Immigratie helpt niet tegen vergrijzing (of wilt u een half miljard Nederlanders?)

Schermopname (98)

‘We hebben immigranten nodig om straks onze pensioenen te betalen’ of woorden van gelijke strekking, aldus een vaak gehoorde uitspraak die steeds weer opduikt in het publieke debat. En ‘Wie zal onze bejaarden wassen als we geen immigranten zouden toelaten?’ is er ook zo een. Maar houdt het beleidsadvies dat besloten ligt in dergelijke uitspraken bij nadere beschouwing ook stand?

De Nederlandse bevolking vergrijst. Dat proces is al enige tijd gaande, mede dankzij de naoorlogse geboortegolf. Hoewel die generatie inmiddels 65 jaar of ouder is, zal de vergrijzing, dus de toename van het aandeel 65-plussers in de bevolking, ook in de toekomst doorzetten. Oorzaken zijn de ontgroening door de vruchtbaarheid beneden het vervangingsniveau van 2,1 kinderen per vrouw, en de stijgende levensverwachting.

Minder kinderen, oudere ouderen

Vergrijzing impliceert dat het aantal gepensioneerden in verhouding tot het aantal werkenden toeneemt. Anders gezegd: de draaglast voor de collectieve sector (zorgkosten in de laatste levensfase en AOW) neemt toe in verhouding tot het draagvlak (grondslag voor belastingen en premies). Dit schept een financieel probleem voor de collectieve sector. Naast de kwestie van de toenemende druk op de overheidsfinanciën is er ook nog de vrees voor tekorten op de arbeidsmarkt.

Terzijde: Vergrijzing heeft – afgezien van een mogelijk sterker dan verwachte toename van de leeftijdsverwachting – geen gevolgen voor de aanvullende pensioenen. Anders dan de AOW worden deze niet gefinancierd uit de collectieve middelen, maar is ervoor gespaard. Vanwege de zogenaamde ‘omkeerregel’ (premies aftrekbaar, uitkeringen belast) heeft de overheid op de uitkering van die pensioenen een flinke claim opgebouwd, een claim die juist tegenwicht biedt aan de negatieve effecten van de vergrijzing op de overheidsfinanciën.

De vraag is of immigratie kan helpen om de geschetste financieel-economische gevolgen van de vergrijzing te verlichten. Het antwoord is te vinden in het recent verschenen rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat. Om het overzichtelijk te houden bekijken we de merites van deze beleidsrichting eerst vanuit een zuiver demografische invalshoek en vervolgens zoomen we in op de financieel-economische aspecten.

Demografie

Door het toelaten van immigranten, bij voorkeur jonge volwassenen met een hoge vruchtbaarheid, is het mogelijk de scheve leeftijdsverdeling van de bevolking recht te trekken en zo de vergrijzing te stoppen. Die hoge vruchtbaarheid is overigens slechts tijdelijk, want die heeft de neiging – zo leert de ervaring – zich aan te passen aan het lage niveau in het land van bestemming.

Het nadeel van deze aanpak is, dat er dan voortdurend nieuwe instroom van immigranten nodig is omdat het onderliggende probleem van de lage vruchtbaarheid niet wordt opgelost. Demografen uit binnen- en buitenland hebben onderzocht wat de gevolgen zijn van een dergelijke oplossing. De rode draad is een sterke en op lange termijn explosieve groei van de bevolking.

Neem nou Zuid-Korea

Een extreem voorbeeld van die explosieve groei is een berekening van de Verenigde Naties gepubliceerd in het jaar 2000 over Zuid-Korea. Voor een constante grijze druk (het aantal 65-plussers in verhouding tot de bevolking van 15 tot 65 jaar) zouden zóveel immigranten nodig zijn – 94 miljoen per jaar – dat de bevolking van dat land in 2050 6,2 miljard inwoners zou tellen. Daarmee zou de bevolking van Zuid-Korea ongeveer gelijk zijn aan de toenmalige wereldbevolking. In de praktijk zou dit betekenen dat het overgrote deel van de wereldbevolking naar Zuid-Korea zou moeten verhuizen.

Een recente berekening voor Nederland staat in het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat. Indien men door immigratie het aandeel 65-plussers constant op het niveau van 2020 houdt, groeit de Nederlandse bevolking naar 75 miljoen inwoners aan het eind van deze eeuw en een half miljardin het jaar 2200.

Immigratie is derhalve geen realistische oplossing voor de vergrijzing. Door de ontgroening die het gevolg is van het lage kindertal en ook door de gestegen levensverwachting is het evenwicht tussen de generaties structureel veranderd. Ook massale immigratie lost dat onderliggende probleem niet op. Net als in een piramidespel zijn steeds grotere aantallen nieuwe immigranten nodig om het aandeel 65-plussers constant te houden. Het werkt vooral niet, doordat het onderliggende probleem van de ontgroening niet structureel wordt opgelost, en dat is met immigratie niet terug te draaien zonder extreme bevolkingsgroei te accepteren.

Arbeidstekorten

Een veel gehoorde uitspraak is dat de vergrijzing leidt tot tekorten op de arbeidsmarkt, en dat we immigranten nodig hebben om die tekorten aan te zuiveren. Deze beleidsreactie is te beschouwen als een verschijningsvorm van het hierboven genoemde piramidespel, met alle risico’s van dien. Overigens zijn in de arbeidsmarkt evenwichtsherstellende krachten werkzaam die de tekorten, zij het met vertraging, kunnen oplossen. Voorbeelden hiervan zijn aanpassingen van de lonen en de studiekeuze, alsmede overstappen op meer arbeidsbesparende productieprocessen.

Met het oog op de geschetste gevolgen voor de bevolkingsomvang, is immigratie op grote schaal geen optie voor het wegwerken van tekorten. Maar in bepaalde gevallen, met name bij onvervulbare vacatures in vitale sectoren zoals de zorg, kan selectieve, vraaggestuurde arbeidsmigratie wellicht uitkomst bieden. Aldus het Centraal Planbureau (CPB) over deze kwestie in de studie Immigration and the Dutch Economy (2003). Het onder strikte voorwaarden aantrekken van immigranten ‘om onze bejaarden te wassen’ zou, als de nood aan de man komt, dus een optie kunnen zijn.

De bestaande regelgeving biedt voldoende mogelijkheden voor dit type immigratie. Er is daarom geen reden voor een beleidswijziging op dit punt. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat, voor zover het gaat om laagbetaald werk, deze immigratie negatief uitpakt voor de overheidsfinanciën. Dit geldt ook als betrokkenen niet in een uitkeringssituatie belanden. Want wie weinig verdient draagt minder af aan belastingen en premies dan hij ontvangt aan zorg, onderwijs, toeslagen et cetera.

Overheidsfinanciën

Tenslotte de kwestie van de overheidsfinanciën. Sinds het jaar 2000 brengt het CPB met enige regelmaat rapport uit over de stand van zaken bij de overheidsfinanciën in het licht van de vergrijzing. De omvang van de problematiek varieert afhankelijk van de gerealiseerde en verwachte demografische en financieel-economische ontwikkeling. Het voorspelde ‘houdbaarheidstekort’ varieerde in de loop der jaren van rond de 0% tot 4½% van het bbp. De laatste actualisatie (november 2020) komt uit op 2,4% van het bbp.

De maatregelen die in voorgaande jaren zijn genomen om het houdbaarheidstekort terug te dringen zijn het resultaat van politieke keuzes, en uiteraard zijn ook andere bezuinigingen en lastenverzwaringen denkbaar die eenzelfde effect sorteren. Maar hoe het ook zij, bezuinigingen en lastenverzwaringen worden door betrokkenen doorgaans als pijnlijk ervaren. Kunnen we misschien toch niet meer immigranten binnenhalen om de pijn te verzachten? Hiervoor komen dan alleen migranten met een hoge verdiencapaciteit in aanmerking. Om de gedachten te bepalen: tenminste hbo-niveau of vergelijkbaar. Immers, immigranten met een lagere verdiencapaciteit leveren, ook als ze niet in een uitkeringssituatie belanden, per saldo een negatieve nettobijdrage aan de overheidsfinanciën.

Maar is het mikken op meer immigranten met een hoge verdiencapaciteit ook een realistische optie? Hoe zouden we zulke immigranten naar ons land kunnen lokken? Nederland kent een soepele regeling voor kennismigranten en het is de vraag hoeveel rek daar nog in zit. Potentiële herkomstlanden zijn niet zelden concurrenten op deze arbeidsmarkt, bijvoorbeeld omdat zij zelf te maken hebben met vergrijzing.

De migranten die via de Middellandse Zee en andere routes, ongevraagd en veelal gebruik makend van het asielkanaal, de Europese Unie weten te bereiken bieden in ieder geval geen uitkomst. Deze groep bestaat overwegend uit personen die – zo blijkt uit Grenzeloze Verzorgingsstaat – de kwalificaties missen die nodig zijn om succesvol te zijn op onze arbeidsmarkt, zodat een soepeler toelatingsbeleid voor deze groep een averechts effect zou hebben.

Teveel, te schaars

Tentatieve berekeningen in Grenzeloze Verzorgingsstaat wijzen uit, dat het wegwerken door immigratie van een houdbaarheidstekort in de orde van grootte van eerder voorspellingen, al gauw leidt tot extra bevolkingsgroei van rond de 8 miljoen personen in de tweede helft van deze eeuw. Dit lijkt dus geen realistische optie, mede omdat het zeer twijfelachtig is of de daarvoor benodigde hooggekwalificeerde immigranten überhaupt zijn te vinden. We zullen het toch moeten hebben van het in de hand houden van de overheidsfinanciën. De stelling ‘We hebben immigranten nodig om straks onze pensioenen te betalen’ houdt dus bij nadere beschouwing geen stand.